VEGASCHNITZEL VAN FUNGHI PORCINI

Tijdens een vakantie in Tsjechië herontdekte ik de schnitzel. Het vlees was in mijn herinnering verworden tot een soort wegrestaurantvoedsel waar ik niet echt dol op ben. Maar een goede sappige schnitzel is eigenlijk heerlijk. Het geheim van de perfecte schnitzel zit ‘m in de manier van bakken. Door het vlees rondom snel dicht te schroeien, krijg je een krokant korstje. De vleessappen kunnen er daardoor niet uitlekken en zorgen ervoor dat de schnitzel lekker mals blijft.

Wil je geen vlees eten, maak dan eens een vegetarische schnitzel van portobello’s of heel grote champignons zoals funghi porcini. Neem een portobello per persoon, ontdoe  deze van de steel en maak de zwam een beetje platter door de opstaande rand van de hoed af te snijden. Zijn de champignons erg dik, zoals je in de video hierboven ziet, dan kun je de hoed overdwars nogmaals in tweeën snijden. Vervolgens haal je de vegetarische schnitzel door de bloem, daarna het ei (voeg een beetje zout toe) en het paneermeel. Frituur ‘m kort in plantaardige olie. Wanneer het korstje goudbruin is gekleurd, zijn je vegetarische schnitzels klaar. Bestrooien met peper en zout en serveren met partjes citroen.

 

 

 


Benieuwd naar de recepten van Maroeska Metz? Klik hier!
Ga terug naar keukengeheimen.