MAROESKA METZ

Ooit droomde ik ervan om violist te worden maar het liep uiteindelijk helemaal anders. Na twee jaar conservatorium stapte ik over naar de Rietveld Academie om grafisch ontwerper te worden. Uiteindelijk veranderde ik nog een keer van richting en studeerde af als beeldhouwer met een expositie van eetbare beelden. Voordat ik het wist, was mijn werk vlak na de opening al weg. Niet verkocht als kunstobject maar opgegeten door bezoekers. Precies dertig jaar geleden ging ik aan de slag als designer van meubels en lampen. Vanaf dat moment verwerkte ik ook (bijna) altijd een krul in mijn ontwerpen. De krul aan het uiteinde van mijn viool heeft me daarbij geïnspireerd. Ik vind het een waanzinnig mooie vorm om een lijn mee te beëindigen en de krul blijft me fascineren.

Oorspronkelijk schreef ik mijn recepten op als naslagwerk voor mijn zoon Arne en dochter Mimi. Zo konden ze de smaken van thuis meenemen toen ze op zichzelf gingen wonen. Koken voor familie of vrienden om wie je geeft, vind ik nog steeds het leukste dat er is. Ik kan enorm genieten van de glunderende gezichten van mijn kinderen als ze de geur van zelfgebakken brood ruiken. Ik word vrolijk als een vriendin vertelt dat haar zoon zich al dagenlang verheugt om bij ons te komen eten. Of het compliment van mijn man Jim die na het eten zegt dat hij nu echt de lekkerste soep heeft gegeten die ik ooit heb gemaakt. Dat maakt me zo blij, dat ik met liefde weer een paar uur in de keuken ga staan.

Het begin

Mijn eerste taartje bakte ik toen ik negen was, als kind spelde ik toen al recepten. Op een stoeltje zat ik voor de oven door het ruitje te kijken hoe de soesjes opbolden. Ik leerde dat je van suiker met water suikerstroop of borstplaat kunt maken en dat slagroom stijf wordt als je het klopt. En hoe je van verschillende ingrediënten – die afzonderlijk misschien niet zo lekker zijn – een hemels gerecht kunt maken. Op mijn elfde stond ik al voor het hele gezin te koken. Mijn moeder was niet bepaald een keukenprinses en droeg de pollepel daarom graag aan mij over. Van jongs af aan beschouwde ik koken als een ontspanning. Hele dagen bracht ik door in de keuken en voel me daar helemaal in mijn element. Ik hou van experimenteren en kan helemaal opgaan in koken, bakken of braden. Dingetjes uitproberen en begrijpen wat er in de pan of oven gebeurt, steeds beter proberen te worden: daar kan ik van genieten. Ondertussen moet je plezier blijven houden in wat je doet, want dat proef je echt! Ik ben niet bang om iets te laten mislukken want een misbaksel op z’n tijd hoort er gewoon bij.

Op de middelbare school kreeg ik een tijdje kookles van mevrouw Peterman, onze lerares natuurwetenschappen. Nog steeds roep ik ‘koken is scheikunde’ als ik aan het experimenteren ben. Het blijft fascinerend dat je door verschillende manieren van bereiden – bakken, koken of stomen – met steeds dezelfde ingrediënten een totaal andere smaak kunt creëren.

Je kookstijl verandert

In elke nieuwe fase van je leven verandert je manier van koken. Het krijgen van kinderen bijvoorbeeld versnelt je tempo aanzienlijk. Ik zei wel eens grappend op mijn werk: ‘Ik moet snel naar huis want de monden staan open.’ Door de week moest ik in een half uur iets op tafel zetten. Het weekeinde gebruikte ik om dingen voor te bereiden, lekker uitgebreid te koken, gasten te ontvangen, kookboeken te verslinden en recepten uit te proberen.

Mijn kookkunst is pas echt drastisch veranderd door de Britse kookboekenschrijfster Claudia Roden. Ze is van Joods-Egyptische afkomst. Hoe zij recepten verzamelt, uitlegt en ‘en passant’ nog de hele achtergrond ervan geeft, is werkelijk ongeëvenaard. Eerlijk gezegd zou ik zonder haar kennis me in de keuken nooit zo hebben kunnen ontwikkelen. Ze is een echte grootheid in Engeland, alle beroemde koks zijn schatplichtig aan haar. Ik heb veel van Claudia geleerd en kreeg ooit de kans iets voor haar terug te doen, om haar te bedanken. Ik had haar in een overmoedige bui uitgenodigd. Per kerende fax liet ze vanuit Londen weten bij een volgend bezoek aan Nederland graag te komen eten. Met vier vriendinnen hebben we toen gerechten uit haar kookboeken gemaakt en sindsdien heeft zich een warme vriendschap ontwikkeld. Deze website is daarom ook een ode aan haar inspiratie. 

Ik ben gaandeweg een echte Italofiel geworden omdat het eten zo lekker is, alles heeft smaak. De principes van de Italiaanse keuken zijn heel eenvoudig, als je maar goede ingrediënten gebruikt. Less is more, je proeft dat simpel en puur heel spannend kan zijn. Als kok kom ik ook altijd weer terug bij de Franse keuken. De gerechten zitten vaak ongelooflijk geraffineerd in elkaar en zijn gelaagd qua smaak. Daardoor zijn ze soms bewerkelijker om te maken dan Italiaans eten. Het ontdekken van voor mij nieuwe mediterrane keukens, zoals de Libanese, hebben me een andere kijk op koken gegeven. Het zijn vaak heldere, seizoensgebonden gerechten waarbij dezelfde ingrediënten op de meest uiteenlopende manieren kunnen worden klaargemaakt.

Kant-en-klare pakjes uit de supermarkt koop ik nooit. Als je eenmaal hebt geproefd hoe iets echt smaakt, ga je niet voor minder. Ik heb er een bloedhekel aan als je met goede ingrediënten werkt en het gerecht toch is verpest. Soms is het niet anders, als je nieuwe dingen leert. Een tijdje geleden heb ik me bijvoorbeeld gewaagd aan Indiaas koken. Elk jaar eten we tijdens kerst met een grote groep familie en vrienden volgens een thema. Mijn dochter stond toen net in de vegan-modus. De Indiase keuken leek ons daarom wel geschikt. Met vier koks hadden we allemaal hetzelfde Indiaas kookboek gekocht en er alle vegan-recepten uitgevist. Maar het probleem met een onbekende keuken is dat je niet precies weet hoe iets moet smaken. Uiteindelijk hebben we 15 verschillende gerechten bereid. Dagenlang stonden we in de keuken en Indiaas koken is nog best moeilijk, kan ik je verzekeren. Met papadums kan in elk geval weinig misgaan…

Zoals elk jaar had ik een tafelkleed met een patroon beschilderd, gecombineerd met een bijpassend servies en decoraties. De tafel zag er schitterend uit maar al bij de eerste hap zag je iedereen vertwijfeld kijken. Het was gewoon niet te eten, zó vies. We hebben ons gelukkig kapot gelachen en het werd een van de vrolijkste kerstdagen ooit. Het jaar daarop hebben we toch maar als thema voor de ‘Franse keuken’ gekozen, totaal het andere uiterste maar we moesten met z’n allen even over die vorige kerst heenkomen.

Mijn ‘machinepark’

Het gemak dient de mens, dus gebruik ik graag apparaten in de keuken. Eén daarvan is een keukenmachine. Daarbij gebruik ik eigenlijk altijd het mes, ook als dat officieel niet wordt voorgeschreven. Ik ben eerlijk gezegd gewoon te lui om een hulpstuk te verwisselen en je kunt met het mes alles doen. Een ander door mij veel gebruikt apparaat is de staafmixer, vooral om soepen te pureren of bijvoorbeeld mayonaise te maken. De kneedmachine en eiwit/slagroomklopper zijn ook erg handig. Andere favorieten zijn de grillplaat en de contactgrill. Ideaal voor het grillen van groentes, hamburgers en het maken van heerlijke tosti’s. Doe jezelf ook een plezier met een paar goede messen. Als je brood bakt, is een echt broodmes een must. Snijd je vers brood met een ‘speelgoedmes’ dan druk je het brood ongetwijfeld kapot.

Met deze website wil ik het iedereen in de keuken gemakkelijk maken door dingen uit te leggen. Als je weet wat er mis kan gaan, durf je misschien eerder iets klaar te maken. Koken is improviseren. Dat zeg ik ook vaak tegen mijn kinderen. ‘Hoe dan?’ krijg ik soms als antwoord. Op een dag gaf mijn zoon Arne me een koekje van eigen deeg toen ik hem om een deksel vroeg om een enorme pan mee af te dekken. Daarop hield hij een minuscule dekseltje boven de pan en zei plagend ‘koken is toch improviseren!. Ook heeft hij eens in een lieve schoonmaakbui per ongeluk de standen van de oven weggepoetst. Tja… Hopelijk inspireert deze website vol keukengeheimen je om grenzen te verleggen en jezelf en je familie te verrassen met de heerlijkste gerechten. Als ik later aan Arne of Mimi na een etentje kan vragen: ‘Hoe dan?’ is mijn missie geslaagd.