VARIËREN MET UI

In veel recepten worden uien verwerkt, elk soort heeft zijn eigen karakter en smaak maar hoe maak je de goede keuze? De gewone gele ui (die met een goudbruin schilletje) heeft een nogal scherpe, iets licht zoete smaak en wordt het meest in de Nederlandse keuken gebruikt. Deze ui is makkelijk in veel gerechten te verwerken. De kleine variant daarvan is het sjalotje, met een licht pittige smaak. De witte ui heeft dikke ringen, is scherper van smaak dan de gele ui en iets minder zoet. Deze ui is geschikt voor gerechten waarbij uien een hoofdrol spelen, zoals bijvoorbeeld een uienbroodje of uiensoep. Een lente-uitje is eigenlijk een onvolgroeid bos-uitje en lijkt qua uiterlijk op prei. De smaak van lente-ui is zacht en subtiel en wordt vaak gebruikt als garnering. Je kunt zowel de groene stengel als het witte gedeeltevan de  ui eten. Wordt een lenteuitjeniet gerooid, dan groeit ie uit tot bos-ui met een iets sterkere smaak. Door uien langere tijd met deksel te laten smoren worden ze zoeter.

 


Benieuwd naar de recepten van Maroeska Metz? Klik hier!
Ga terug naar keukengeheimen.