HAAL HET MAXIMALE UIT JE OVEN

Misschien is het je al opgevallen dat er bij mijn recepten geen exacte oventijden staan. Ik doe dit bewust. Er is namelijk bijna geen oven die precies doet wat de knoppen aangeven. Het is bijna te mooi om waar te zijn dat je je oven op de in een recept aangegeven stand instelt, een wekker meeneemt en iets anders gaat doen. Je moet ALTIJD blijven kijken en ruiken. De neus is een goed orgaan om het bakproces te volgen zonder dat je steeds de oven open hoeft te doen. Als je baksel een sterke en heerlijke geur door het huis verspreidt, dan is het baksel bijna klaar.

Ook is het belangrijk eerst te begrijpen wat je van de oven verlangt. Als je bijvoorbeeld afbakbrood wilt maken, dan moet dat kort en hevig gebakken worden. Indien het brood zo uit de vriezer komt, moet je de oven niet te hoog zetten. Brood heeft in dat geval langer tijd nodig om ook van binnen te ontdooien. Als de oven te hoog staat, wordt de buitenkant donkerbruin terwijl het brood vanbinnen nog bevroren is. Afbakbrood (reeds ontdooid) hoeft maar kort in de oven: de broodjes zijn al gaar, alleen de buitenkant moet nog even mooi bruin worden. Zet je zulke broodjes in een te lauwe oven, dan drogen ze uit en zal je lang moeten wachten voordat de kleur een beetje aantrekkelijk is. Grote kans dat je ze daarna slechts als paneermeel kunt verwerken. Bedenk dus eerst wát de oven moet doen.

Nog een voorbeeld: lasagne kan in een koude oven gezet worden, want het is juist goed voor het vermengen van alle smaken als het opwarmen en garen langzaam gaat. Een taart moet je echter altijd in een voorverwarmde oven zetten. Door de hitte gaat het proces van het smelten van vetten en het opnemen daarvan door de andere ingrediënten meteen van start.

Kom je in een vreemde keuken of heb je een nieuw fornuis, dan is het aardig om de volgende test te doen: bak een cake op stand 4 (bij 8 standen) of zet de oven op 150 graden, dit heet een matig warme oven. Barst de cake aan de bovenkant open, dan is jouw oven warmer dan de uitdrukking matig warm. Ga er dus nooit van uit dat alle ovens dezelfde temperatuur hebben. Je hebt ook ovens die de warmte niet gelijkmatig verspreiden, je moet dan misschien het gerecht halverwege omdraaien. Een belangrijk hulpmiddel in de keuken is een houten stokje. Je kunt daarmee in je ovengerecht prikken om te kijken hoe gaar het baksel vanbinnen is. Blijven er kleverige stukjes aan vastzitten dan weet je dat het gerecht nog niet gaar is. Bij taarten moet het stokje er altijd schoon uit komen.

Pizza’s moet je zo heet en kort mogelijk bakken. Taarten bak je meestal in een matig warme oven op 150 graden. Hartige taarten met een al gare vulling kunnen in een iets hetere oven afgebakken worden. Maar zet de oven ook niet té heet want als de taart flink dik is, moet de warmte wel tijd krijgen om binnen te dringen. Als de vulling al gaar is, is je doel om vooral een mooie bruine bodem en korst te krijgen. De conclusie van dit verhaal is, dat je een nieuwe oven moet leren kennen. Gewoon aan de slag gaan met ovenrecepten, maar in het begin alert blijven totdat je de oven kent en je er optimaal gebruik van kunt maken.

 

 


Benieuwd naar de recepten van Maroeska Metz? Klik hier!
Ga terug naar keukengeheimen.